Hoofdstuk 10. Zwemmen. uit 'de Esdoornvrucht'

‘Ik ga volgende week niet weer naar de markt, zeker niet om te ruilen als het niet echt hoeft.’
‘Natuurlijk wel,’ riep ze nu, ‘ik loop zo voor joker, iedereen ziet mijn broekje er van onder komen.’
‘Dan kijken ze maar de andere kant op,’ was het antwoord van haar vader op een toon dat verder protest alleen maar zou leiden tot kwaadheid van zijn kant.
De gevolgen kende ze maar al te goed. Toch weigerde ze op te geven, dan maar de gevolgen.
Het kon haar nu geen barst meer schelen.
‘Ik doe het toch niet aan.’ Pets, die was van haar moeder, recht in haar gezicht.
Die voelde ze ook. ‘Waarom moet dat nou weer?’ ze bedoelde de klap en ging verder: ‘Als ik het nou niet mooi vind, ik loop voor lul in die dingen. Oude meute dingen, draag het zelf, ga zelf voor gek lopen.’
Pets, de ander hand aan de andere kant van haar gezicht. ‘Houdt je brutale bek, kreng.’
Trots hief ze haar hoofd omhoog, zo van, sla maar, sla me nog maar een keer.
En ja, die kwam er ook. Pats, de afdruk van de vingers stonden nu in haar wang. Ze gaf geen kik. Maar ze wachtte de vierde klap toch maar liever niet af.
Onder het weglopen zei ze nog: ‘Als het toch niet geruild kan worden, gooi ik het wel in de vuilnisbak, waar het hoort.’
Dat had ze beter niet kunnen zeggen.

Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Hoofdstuk 10.  Zwemmen. uit 'de Esdoornvrucht'

Uit: Mag ik even tussendoor deel I. Hfdst. Het spook in mijn hoofd, De gedichten

(Fragment) Voor wat, hoort wat? (verschijnt binnenkort: het zal je kind maar wezen)

Van Action tot Kringloop. (verschijnt binnenkort: Het zal je kind maar wezen)

Hfdst. 4 Demonencratie Uit: 'Mag ik even tussendoor' deel 2

Hoofdstuk 9. Eeuwige liefde (uit deel 2 Mag ik even tussendoor)