Boekscout Auteursblog - verhalen van en door auteurs

(Om)scholing

(Om)scholing

Hoofdstuk 10. (Om)Scholing.Ik weet het nog als de dag van gisteren. Vol verwachting huppelde ik mijn droom tegemoet. De hand die mij bracht had zoveel verteld dat mijn nieuwsgierigheid het al lang had gewonnen van de angst voor het grote onbekende. Als de hand mij ’s avonds in bed stopte, een knuffel gaf en het licht uit deed, droomde ik echt van nieuwe dingen maken, dingen leren die ik kon gebruiken, met andere kinderen leren kennismaken, spelen. Worden wie ik wilde zijn. Zijn wie ik wilde worden. Kortom, ik zat vol vragen en verwachtingen. Daar was school voor. De hand had het zo vaak gezegd. Het was zover, eindelijk, mijn eerste schooldag. Dat neemt niet weg dat toen de hand mij losliet, ik toch eventjes moest huilen. Het leek of ik voor het eerst alleen werd gelaten tussen vele andere kinderen. En dat was toch een moment van angst. Maar een alleraardigste mevrouw nam de plaats in van de vertrouwde hand en al snel was ik in de andere wereld. Ja-a, uit de wereld van de angst, dat wel. Maar al snel bleek dat ik niet in de wereld vol van verwachtingen was terecht gekomen. Ik kreeg een stoel en die mocht ik niet meer verlaten. Ik kreeg een vinger op mijn lippen en ik mocht niet meer praten. Ik kreeg een vinger om heel soms een vraag te stellen en alleen als het mijn beurt was. Ik kreeg twee vriendelijke vingers die mijn oor vastpakten en ik mocht alleen maar luisteren. Ik kreeg een boek en mocht niet verder lezen dan de rest. Ik kreeg een potlood en mocht alleen maar een half uurtje tekenen. Ik kreeg een pen en mocht binnen de lijntjes blijven. Ik kreeg een les klokkijken en mocht altijd op tijd komen. Ik kreeg een cijfer voor mijn gedrag. Ik kreeg een cijfer voor mijn vlijt. Ik kreeg nog veel meer cijfers maar waarvoor ben ik nu allemaal vergeten. Ik kreeg een diploma en kon eindelijk worden wie ik ~niet~ wilde zijn. Conform de regels.
Uit: Mag ik even tussendoor deel I.  Hfdst. Het spook in mijn hoofd, De gedichten

Uit: Mag ik even tussendoor deel I. Hfdst. Het spook in mijn hoofd, De gedichten

ZelfmoordHet spook der duisternis dwaalt rondmijn geest vullend met angst dieverlamtelke beweging verkrampthet einde valt, ik zie zijn grondmijn verlangen, de weg terugwie merkte al die wanhoop op?noch de trein noch de stropcontact kwam en ging te vlugjaren lang, zoveel geduldik laat en laadtde anderen nu met schuld.EuforieSchaterend galmt het lachen tussen de woordenklanken die ratelend klaterend aandacht eisenwaarbij het lispelende fluisterente vaak overgaat in krijsenen laat horen dat de stem daalten stijgt in al zijn mogelijke en uiterste akkoordenoorzaak en onzekerheid als een ketting aaneen geregenimmer levend in een droomangsten omklemmendalles wat anders wilhet willen zijn overstemmendde omgang zo gewoon in al zijn eenvoud remmendhet is niet altijd eerlijk wat je in het leven hebt gekregenen ook wat er wordt gemistdoorklinkend in het hoogste woorddie vraag wordt echter nietgehoordtot de wens te leven wordt gewist.DepressieHet licht is niet langer te verdragensomber donker doet het buiten sluitenhet geluid van ver is altijd dichtbijsoms allesmaar beter om niets te horen.Gedachten aan vroeger en wat nog moet komen gekwelddoor aan realiteit grenzende dromengedachten gepijnigd door steeds maar weer die vragenzo intens verlangend naar warmte van buitengedachtendie elk licht buiten sluitenzullen elk klein moment van sereniteit blijvend verstorenovergaand in de wens nooit te zijn geboren.De FobieHetis gebeurd, heel lang geledenjuist nu ik dacht het is gestredenzijn daar die beelden weerdie schreeuwen zelfs in mijn dromenangsten die zijn toegenomenblijvend wat ik ook probeer.Mijn geluk laat ik stelen het donkere waar ik van genietvoel me doodintens verdrietdie weg naar wegik zie hem niet. EenzaamIk wachtAl langDe belNietsDe telefoonNietsIk sleur mijzelfvan sleurnaar sleurNiemand die in de weg staatdus ook niet weggaatIk wachtAl lang
(Fragment) Voor wat, hoort wat? (verschijnt binnenkort: het zal je kind maar wezen)

(Fragment) Voor wat, hoort wat? (verschijnt binnenkort: het zal je kind maar wezen)

We zitten gevangen in de wenselijkheid van onze omgeving. Bevrijding hieruit is zorgen dat die omgeving zijn waardering krijgt die het lief heeft.De veiligheid van zijn bestaan door jou omarmd wordt.Onvoorwaardelijk.Want is daar niet het innerlijke stemmetje dat stiekem wensen formuleert op grond van wederkerigheid?
Van Action tot Kringloop.  (verschijnt binnenkort: Het zal je kind maar wezen)

Van Action tot Kringloop. (verschijnt binnenkort: Het zal je kind maar wezen)

Helaas doet in mij huis ook de Action zijn vernietigende werk. Met een klein voordeel, het ruimtegebrek noodt mij om het veel te veel van niets naar de kringloop te brengen. 'Ga met de auto', hoor ik mijn partner zeggen. Maar dat gaat te ver al is het ver. Het fietsgebruik in deze, is een compensatie voor de opgedrongen verspilzucht door de Action. Dat onze impulsiviteit om goedkoop troep te kopen de grootste boosdoener is, ontken ik hartstochtelijk. Milieuonvriendelijk gedrag past niet in mijn hokje dus ontken ik bij deze dan ook enige schuld. Mijn lenigheid en gevoel voor acrobatiek zet mijn fiets in beweging die voor en achter is volgestouwd. Na een paar minuten heb ik al spijt van mijn compensatiegedrag en zeker wanneer ik achter een scootmobiel terechtkom waarvan de bestuurder regelmatig een flinke hoestbui de vrije lucht in buldert en zijn plezier voor het roken van een sigaar aan mij probeert op te dringen. Ik ga proberen deze luchtvervuiling te passeren. Vol niets gemeendmedelijden kijk ik opzij en de man knikt mij vriendelijk toe. Blijkbaar getroffen door de epidemie die eenzaamheid genoemd wordt, begint hij een praatje in de vorm van een verontschuldiging.'Al dat fijnstof in de lucht en de pollen, ik krijg het er maar benauwd van'. Dat alles spreekt hij uit tussen drie keer ademhalen en weer uitblazen, samen met wat sigarenrook. Ik stik zowat. Maar moet bekennen, zijnsmoes klinkt net zo beschamend als mijn goedpraten van het Action-gedrag.
Hfdst. 4 Demonencratie  Uit: 'Mag ik even tussendoor' deel 2

Hfdst. 4 Demonencratie Uit: 'Mag ik even tussendoor' deel 2

De kabinetsformatie is het verkooppraatje van het compromis. De deelnemers spreken van het doorlopen van een democratisch proces. De volgende vraag van één van mijn kinderen heeft mij hierover aan het denken gezet.Mijn zoontje komt thuis en heeft net op school geleerd dat democratie de helft plus één is. Opgetogen vertelt hij mij de kennis die hij heeft opgedaan. Zoals een goede ouder betaamt, ben ik een en al luisterend oor voor zijn schoolprestaties. De meester heeft hem uitgelegd hoe onze democratie werkt. Maar mijn zoontje heeft toch nogeen vraag. Waar de meester geen antwoord op wilde geven. Dan is de beste plaats om het antwoord te vinden uiteraard thuis, daar waar de kiezer woont. De woorden van de meester door mijn stamboom overgebracht. Met enig argwaan maar ook met de nodige zelfwaardering daag ik het ventje uit mij de vraag te stellen. Ik zal hem eens wat leren. De inleiding tot de vraag is een uitgebreide. Met toenemende nieuwsgierigheid en verbazing, luister ik. ‘Een meerderheid om te regeren, bestaat in ons land altijd uit minimaal twee partijen. Er wordt ergens in een donker geluidsdichte ruimte met alle partijbokita’s gesproken en dan besluiten er vier dat ze misschien wel samen kunnen werken om die meerderheid te vormen.Stel er zijn honderdvijftig zetels. Dan is de meerderheid zesenzeventig.Deze vier partijen hebben nu zo’n meerderheid. Zesenzeventig zetels.De grootste partij heeft vijfentwintig zetels, de andere partijen hebben respectievelijk eenentwintig, zestien enveertien zetels.Er volgen lange besprekingen die dagen, weken, zelfs maanden duren. De grootste partij wil de belasting voor de rijken afschaffen. De anderen zijn radicaal tegen.Er wordt gedreigd dat het regeren dan niet doorgaat. Kamerdeuren slaan dicht.Maar, belooft die grootste partij, als jullie akkoord gaan, vinden wij dat de drugs wel kunnen worden gelegaliseerd. Kamerdeuren gaan weer open. Want dat vinden twee andere partijen wel een goed idee, maar dan blijkt de partij met veertien zetels weer radicaal tegen.De andere drie partijen beloven de partij met veertien zetels dat er niet meer op zondag mag worden gevoetbald en de winkels weer moeten sluiten. Iedereen tevreden, hoera, een compromis.Er kan worden geregeerd. De democratie heeft gewonnen. Toch?‘Maar,’ gaat mijn zoontje verder, ‘het voorstel van de belastingafschaffing voor de rijken is een voorstel van vijfentwintig zetels. Gesteund door de anderen -gesteund, dus niet voor- komen ze aan een meerderheid. Die vijfentwintig zetels is echter slechts 15,5 procent van de kiezers. We hebben tien miljoen kiezers en slechts anderhalf miljoen willen dat blijkbaar. Dat is toch niet de helft plus één?’ Hij wachtte het antwoord niet af maar ging verder. ‘Het voorstel om drugs te legaliseren, heeft een echte voorkeur van zevenendertig zetels, dat is slechts 24,6 procent van de kiezers. Ongeveer twee en een half miljoen kiezers. Het voorstel om winkels te sluiten op zondag is een voorstel van veertien zetels en dat is slechts 9,3procent van de kiezers. Iets meer dan negenhonderdduizend kiezers. Een meerderheid zou toch eigenlijk 51 procent moeten zijn? Vijf miljoen kiezers plus één?’Maar uiteindelijk is dat niet de vraag van het ventje.Na deze uiteenzetting van een kinderlijke eenvoud heeft het manneke de vraag klaar.‘Papa,’ zegt hij, ‘hoe kan het nu dat in ons democratisch landje de mensen zo ontevreden zijn over debeslissingen die de politiek neemt?’Ongemakkelijk in mijn gemakkelijke zetel zittend, moet ik tegen het ventje zeggen: ‘Jongen, dat moetje toch maar aan de meester vragen.’
Hoofdstuk 9.  Eeuwige liefde (uit deel 2 Mag ik even tussendoor)

Hoofdstuk 9. Eeuwige liefde (uit deel 2 Mag ik even tussendoor)

Met smekende ogen kijkt hij naar en hoopt op haar glimlach die maar niet wil verschijnen. De oogopslag die hem zo verliefd had gemaakt toen hij haar voor het eerst zag, blijft een valse verwachting.Het leven heeft al lang van haar afscheid genomen. Zijn liefde kan het nog niet. Nu nog niet.Die liefde twijfelt, knaagt aan die twijfel. Echter die onbegrepen twijfel verscheurt alle verhoudingen om hem heen.Hoop is geworden tot wanhoop. Oordelen veroordelen.Hij pakt haar hand, zacht en warm nog. Zijn wang streelt de hand waarna hij deze slap op het ongekreukte strakke witte laken laat neerploffen. Tekenend voor zijn gemoedstoestand?De vraag waarvan het antwoord hem gaat scheiden van zijn liefde, is als een splijtzwam.Alle steun is onbegrip geworden. De stekker moet eruit maar heel zijn mentale gewicht drukt diezelfde stekker steeds maar weer in zijn energiebron terug. Vertwijfeld luistert hij naar haar onnatuurlijke maar zeer regelmatige ademhaling. Hij houdt zoveel van haar dat hij haar maar niet die verlossing kan geven die anderen om hem heen, denken dat ze nodig heeft.Gekweld hebben ze hem met alle denkbare argumenten.De kwaliteit van zijn leven was zijn liefdesleven. Missen zij dat zodat hun wens ene grote projectie is?Of is het zijn eigen projectie van angst voor het alleen zijn, de eenzaamheid?Hij voelt dat zijn gedachten over hun liefde hem alsnog over de grens heentrekken. Zijn hand gaat langzaam naar de stekker. Vele ogen volgen.Het geluid van de ademhalingspomp sterft langzaam weg.Zoals alles sterft.
Hoofdstuk 4. De val. (fragment uit 'De Esdoornvrucht')

Hoofdstuk 4. De val. (fragment uit 'De Esdoornvrucht')

De jongen zijn loop stokte, de schouders zakten iets in en langzaam draaide hij zich om. Zijn hoofd licht gebogen, deels meegenomen door zijn ingezakte schouders, keek hij naar de twee op de muur en zijn blik bleef gefixeerd op “die meid” met die grote bek.Zijn lippen stonden strak, dunner en minder rood.Zijn ogen werden een beetje dichtgeknepen en de vuisten balden zich.‘Nou, nou, toch maar proberen? Zal ik de gemeente vragen de muur iets lager te maken?’Hij stevende nu op de muur af echter niet in een ren maar met een stevige pas.Zijn vriendje op de muur riep naar hem: ‘Zonder aanloop lukt het je zeker niet.’Maar hij was ook helemaal niet van plan om een poging te wagen alleen wisten die twee op de muur dat nog niet. Hij was hun nu zo dicht genaderd dat hij de benen van het meisje kon grijpen. Zonder na te denken over dat er zou kunnen gebeuren, trok hij met een ruk aan beide benen. Het gebeurde voor haar zo onverwacht dat zij er niet op bedacht was en ze kon haar val dan ook op geen enkele manier opvangen, laat staan voorkomen.En omdat de jongen ook nog een tel haar benen vast hield tijdens haar val, kwam ze voorover te vallen, zo de muur af. Ze probeerde nog haar val te breken door haar armen te strekken. Te laat.Met een smak kwam zij met haar gezicht op de tegels. Onmiddellijk kleurde een tegel rood van het bloed. Er was niets te horen dan de klap zelf. Geen schreeuw, geen gil, niets.Het meisje lag daar stil, doodstil. De vlek met bloed breidde zich tergend langzaam verder uit over de tegels en werd opgezogen door het zand tussen de groeven.
Hoofdstuk 10.  Zwemmen. uit 'de Esdoornvrucht'

Hoofdstuk 10. Zwemmen. uit 'de Esdoornvrucht'

‘Ik ga volgende week niet weer naar de markt, zeker niet om te ruilen als het niet echt hoeft.’‘Natuurlijk wel,’ riep ze nu, ‘ik loop zo voor joker, iedereen ziet mijn broekje er van onder komen.’‘Dan kijken ze maar de andere kant op,’ was het antwoord van haar vader op een toon dat verder protest alleen maar zou leiden tot kwaadheid van zijn kant. De gevolgen kende ze maar al te goed. Toch weigerde ze op te geven, dan maar de gevolgen.Het kon haar nu geen barst meer schelen.‘Ik doe het toch niet aan.’ Pets, die was van haar moeder, recht in haar gezicht.Die voelde ze ook. ‘Waarom moet dat nou weer?’ ze bedoelde de klap en ging verder: ‘Als ik het nou niet mooi vind, ik loop voor lul in die dingen. Oude meute dingen, draag het zelf, ga zelf voor gek lopen.’Pets, de ander hand aan de andere kant van haar gezicht. ‘Houdt je brutale bek, kreng.’Trots hief ze haar hoofd omhoog, zo van, sla maar, sla me nog maar een keer.En ja, die kwam er ook. Pats, de afdruk van de vingers stonden nu in haar wang. Ze gaf geen kik. Maar ze wachtte de vierde klap toch maar liever niet af.Onder het weglopen zei ze nog: ‘Als het toch niet geruild kan worden, gooi ik het wel in de vuilnisbak, waar het hoort.’Dat had ze beter niet kunnen zeggen.
Hoofdstuk 3.  (uit 'de Esdoornvrucht')

Hoofdstuk 3. (uit 'de Esdoornvrucht')

Maar waar ze niet op gerekend had was een tweede trap. Ze had een klap verwacht. Ze had haar handen al afwerend bij haar hoofd. Hierdoor rolde ze haar kamer uit en belande bij de trap. Nog een schop, nu tegen haar rug. Om de volgende trap te ontwijken rolde ze door. Nog steeds haar armen beschermend tegen haar hoofd houdend. Maar ze wist zelf niet in welke positie zij zich bevond. Met alle gevolgen van dien.Daar rolde ze de trap af en halfweg gleed ze verder tot helemaal beneden.Tijdens het glijden bonkte haar rug bij iedere trede en instinctief trok ze haar hoofd in. Haar armen strakker spannend ter bescherming. Tot ze niet verder kon glijden.Stil bleef ze onderaan de trap liggen. Ze gaf geen kik. Alles deed vreselijke pijn, haar hele rug. En niet alleen de plekken waar het vel van haar rug was geschaafd. Ze voelde ook de plekken waar spieren in aanraking waren gekomen met de treden en waar ze geraakt wasdoor zijn trappen. Maar geen kik. Ze gunde hem dat genoegen niet. Niet nu.Tussen haar armen door zag ze haar moeder staan, een paar stappen van haar verwijderd. Zij stond daar met haar armen over elkaar en het gezicht vertoonde een triomfantelijke glimlach. Haar vader kwam de trap af en stapte over haar heen.‘En nu naar bed, als de donder en laat het niet weer gebeuren.’
De schooldeur slaat dicht, jouw kind ook  (uit 'Mag ik even tussendoor')

De schooldeur slaat dicht, jouw kind ook (uit 'Mag ik even tussendoor')

Ik weet het nog als de dag van gisteren.Vol verwachting huppelde ik mijn droom tegemoet. De hand die mij bracht had zoveel verteld dat mijn nieuwsgierigheid het al lang had gewonnen van de angst voor het grote onbekende.Als de hand mij ’s avonds in bed stopte, een knuffel gaf en het licht uit deed, droomde ik echt van nieuwe dingen maken, dingen leren die ik kon gebruiken, met andere kinderen leren kennismaken, spelen. Worden wie ik wilde zijn. Zijn wie ik wilde worden. Kortom, ik zat vol vragen en verwachtingen.Daar was school voor. De hand had het zo vaak gezegd. Het was zover, eindelijk, mijn eerste schooldag.Dat neemt niet weg dat toen de hand mij losliet, ik toch eventjes moest huilen.Het leek of ik voor het eerst alleen werd gelaten tussen vele andere kinderen.En dat was toch een moment van angst. Maar een alleraardigste mevrouw nam de plaats in van de vertrouwde hand en al snel was ik in de andere wereld. Ja-a, uit de wereld van de angst, dat wel. Maar al snel bleek dat ik niet in de wereld vol van verwachtingen was terecht gekomen.Ik kreeg een stoel en die mocht ik niet meer verlaten.Ik kreeg een vinger op mijn lippen en ik mocht niet meer praten.Ik kreeg een vinger om heel soms een vraag te stellen en alleen als het mijn beurt was.Ik kreeg twee vriendelijke vingers die mijn oor vastpakten en ik mocht alleen maar luisteren.Ik kreeg een boek en mocht niet verder lezen dan de rest.Ik kreeg een potlood en mocht alleen maar een half uurtje tekenen. Ik kreeg een pen en mocht binnen de lijntjes blijven.Ik kreeg een les klokkijken en mocht altijd op tijd komen.Ik kreeg een cijfer voor mijn gedrag. Ik kreeg een cijfer voor mijn vlijt.Ik kreeg nog veel meer cijfers maar waarvoor ben ik nu allemaal vergeten.Ik kreeg een diploma en kon eindelijk worden wie ik niet wilde zijn.Conform de regels.
Boek De Esdoornvrucht  EN  Mag ik even tussendoor deel 1 en 2.

Boek De Esdoornvrucht EN Mag ik even tussendoor deel 1 en 2.

Het boek 'De Esdoornvrucht' is een herziening\herdruk van het boek 'Pesten bepaal(d)t'. Het is het levensverhaal van twee mensen die zeer verschillend worden opgevoed en opgroeien in een totaal verschillende omgeving. De één groeit op in een harmonieus gezin en geniet een zekere populariteit op school, de ander wordt thuis mishandeld en op school gepest. Gebeurtenissen uit het leven worden beschreven en naast elkaar geplaatst. Het contrast zal de lezer treffen. Deze twee mensen trouwen met elkaar zonder te beseffen welk een impact opvoeding heeft op hun verdere leven. Het boek is (auto) biografisch.Voor personen die mishandeld zijn en\of ook heftig gepest op school kan het boek zeer confronterend zijn. (P.S. Onderstaande recensies zijn van lezers van het eerste uur en gaan nog over over het "oude" boek (En eerste druk?) 'Pesten bepaal(d)t'.De verhalen- en gedichtenbundel 'Mag ik even tussendoor deel 1' en deel 2 nemen de lezer mee naar hoe de auteur/dichter ziet en denkt over de samenleving. Soms ontroerend, dan weer kritisch maar ook met een knipoog. Het is zeker een aanrader voor een ieder die van korte verhalen houdt en nog even wat wil lezen voor het slapen gaan of in het OV op weg is naar werk of school. De afwisseling tussen korte verhalen en gedichten maakt het geheel erg prettig om te lezen. Het is trouwens ook een heel leuk cadeau om weg te geven. En dat laatste komt niet van de auteur zelf.